De rechter is hier duidelijk over. Het gaat om de cataloguswaarde. De lagere werkelijke prijs is niet relevant. Zelfs niet als de dealer zelf de auto goedkoper heeft kunnen inkopen en dit voordeel (deels) heeft doorgegeven aan de koper.
Een werkgever schaft voor een werknemer een auto van de zaak aan. Bij de dealer heeft de werkgever stevig onderhandeld. De prijs voor de auto is € 48.850 (inclusief BTW en BPM). Volgens de website van de RDW is de cataloguswaarde veel hoger, € 55.624. Waarover wordt nu de bijtelling voor privégebruik berekend? Volgens de werkgever over € 48.850, minus de kosten van het rijklaar maken, en volgens de Belastingdienst over de officiële cataloguswaarde.
De rechter is hier duidelijk over. Het gaat om de cataloguswaarde. De lagere werkelijke prijs is niet relevant. Zelfs niet als de dealer zelf de auto goedkoper heeft kunnen inkopen en dit voordeel (deels) heeft doorgegeven aan de koper.